De belangrijkste verschillen van de DTRv2 ten opzichte van de DTR-923 V1.0 zijn:
- De DTRv2 is compacter. Afmetingen zijn 100mm x 72mm.
- De DTRv2 is standaard voorzien van schroefterminals voor de aansluitingen van de opstelsporen en de aangeleverde rijspanning. Dus geen extra aansluitprint meer nodig.
- De DTRv2 heeft een visuele indicatie (LEDs) om aan te geven welk relais ingeschakeld is.
- De aansluiting voor de "HF spanning" t.b.v. permanente verlichting van afgeschakelde sporen is er niet meer. Die functie werkte trouwens ook niet op de oude module vanwege een bedradingsfout op die module, maar ook omdat het principe niet werkt zoals het oorspronkelijk bedacht is.
- Bij meer dan 8 opstelsporen zijn meerdere modules eenvoudig koppelbaar.
- De reeks relaisnummers waarop elke module reageert is softwarematig configureerbaar (was ook al zo bij de door VPEB geleverde uitvoering van de DTR-923, maar niet bij de oudere modules).
- De DTRv2 heeft RJ45 sockets voor aansluiting op de CAN bus en is daarmee direct d.m.v. standaard RJ45 kabels aansluitbaar op de nieuwe DTCv3. De DTRv2 is ook bruikbaar i.c.m. de voorgangers DTCv1 en DTCv2, maar in dat geval zul je een RJ45 naar subD9 verloopstekker moeten gebruiken (uiteraard met de juiste pinbezetting).
- De DTRv2 wordt geleverd met montageframe en schroefjes. De module is iets breder dan de DTCv3, maar de schroefgaten zitten op dezelfde plek en de twee modules zijn desgewenst stapelbaar door afstandsbussen te gebruiken.
- De DTRv2 print is ook bruikbaar om geleverd te worden als "passieve" module, waarbij de 8 relais kunnen worden aangestuurd vanuit 8 OC32 uitgangen. Zo kun je de DTRv2 (passive) gebruiken om tot maximaal 8 sporen van een schaduwstation aan te sluiten. Je zou daarbij de 8 relais zelfs kunnen splitsen in twee groepen om bijvoorbeeld 2 groepen sporen van 4 + 4 of 5 + 3 met relais aan te sturen. Heb je meer dan 8 sporen dan zijn de DTRv2 modules koppelbaar, net als de "normale" uitvoering.
